Informatie:Kenmerken
De agouta lijkt op een grote spitsmuis. Hij heeft een lange, kale staart. De snuit wordt verbonden met de schedel door een uniek kogelgewricht, waardoor de snuit zeer flexibel en beweeglijk is. Dit gewricht ontbreekt bij de almiqui. De agouta is dunbehaard: de poten, staart en oren zijn nagenoeg kaal. Het voorhoofd is zwart van kleur, de rugzijde is grijzig bruin en de flanken zijn geel. Op de nek zit een witte vlek. De staart is grijs van kleur, met een witte vlek op de basis en de punt. De agouta weegt zevenhonderd tot duizend gram. Hij wordt 28,4 tot 32,8 centimeter lang, de staart wordt 17 tot 25,5 centimeter lang.
Leefwijze
De agouta is een snelle, beweeglijke jager. 's Nachts komt het dier tevoorschijn om tussen afgevallen bladeren en in de bodem te zoeken naar insecten en wormen. Ook hagedissen en plantaardig materiaal als vruchten worden gegeten, en waarschijnlijk zelfs pluimvee. Met de giftige beet verlamt de agouta zijn prooi.
De agouta leeft voornamelijk solitair, alhoewel deze soort socialer is dan de almiqui. Overdag schuilt hij in rotsspleten, grotten, holle bomen of zelfgegraven holen. Soms gebruiken tot wel acht dieren hetzelfde hol. Eén jong (zelden twee) wordt geboren in een ondergronds nest. Bij de geboorte weegt het jong 40 tot 55 gram. Een agouta werd in gevangenschap ongeveer elf jaar oud.
De agouta komt voornamelijk voor in bossen en boomplantages. Ze leven voornamelijk op de bosbodem.
|
Te zien in...
Er zijn op dit moment geen dierentuinen in de BeNeLux en Duitsland bekend waar deze diersoort wordt gehouden. |