Informatie: De Bengaalse tijger (Panthera tigris tigris) ook wel de Koningstijger heet.
De vacht van de Bengaalse tijger is oranjebruin tot oranjegeel met verticale bruine tot zwarte strepen. Dit strepenpatroon verschilt in aantal, dikte en vertakkingen per individu. De buikzijde, de wangen en het gebied rond de ogen zijn wit. Ook bestaan er "witte tijgers", met een geheel roomwitte vacht waarop het streeppatroon lig. Deze kleurvariëteit is zeer zeldzaam in het wild, maar een populaire attractie in gevangenschap, en hij wordt regelmatig gehouden in dierentuinen, waaronder in Dierenpark Amersfoort. Alle witte tijgers stammen af van één individu. De witte tijgers zijn meestal zwakker, sneller vatbaar voor ziektes en zijn slechter in jagen omdat ze te vaak al gezien worden. De Bengaalse tijger jaagt voornamelijk overdag en in de schemering. Hij jaagt onder andere op herten als sambars, barasingaherten en axisherten, varkens, antilopes, apen als hoelmans, runderen als waterbuffels en gaurs en zelfs jonge olifanten. Soms worden ook gavialen, pythons en kleinere prooidieren als kikkers, hagedissen, schildpadden, kleine slangen, vissen, krabben, termieten en sprinkhanen gegrepen. Een geliefd, maar gevaarlijk prooidier is het witstaartstekelvarken.
De Bengaalse tijger komt voor in West-Myanmar en op het Indische subcontinent, in Bhutan, Nepal en Zuid-China, Bangladesh en India. Hij leeft hier in de vochtige regenwouden, moessonbossen, bamboebossen en savannes die begroeid zijn met hoog gras en bomen, in waterrijke gebieden als moerassen, in mangroves en in rivierbossen. Hij komt zowel in het laagland als in de bergen voor, tot in de Himalaya, waar hij leeft in bladverliezende bossen.
|
Te zien in...
- Dierenpark Amersfoort (NL), Ouwehands Dierenpark (NL)
|